Agressie en geweld

“We zijn vaak onaardig tegen elkaar”, vindt SIRE. Daarom is ze een nieuwe campagne gestart om mensen te helpen weer wat aardiger te zijn tegen elkaar. Of dit nu op het werk is, in het verkeer, in het openbaar vervoer, op het sportveld of op social media. De campagne heet #DOESLIEF en richt zich op iedereen die wil dat alle schreeuwers, schelders, bumperklevers, korte lontjes, a-socialen, pestkoppen, herrieschoppers, treiteraars en spugers weer wat liever gaan doen. SIRE heeft daarbij een #DOESLIEF-pakket ontwikkeld om je vooral online te helpen met leuke .gifjes die je dan kunt doorsturen.

Op de werkvloer

FNV heeft daarnaast allemaal handige tips, die je juist op de werkplek kunt inzetten. Volgens de Arbowet heb je immers recht op een veilige werkplek. Daar is jouw werkgever verantwoordelijk voor. Dit zou jouw werkgever moeten doen:

  • Zorgdragen voor goede veiligheidsmaatregelen. Bijvoorbeeld een beveiligde kluis, cameratoezicht, goed alarmsysteem, vluchtwegen.
  • Werkprocedures hebben die geweld en agressie voorkomen. Bijvoorbeeld altijd met 2 personen de winkel openen en sluiten.
  • Komt agressie en geweld vaak voor in je dagelijkse werk? Dan zou jouw werkgever een training rondom omgang met agressie en geweld op het werk kunnen verzorgen.
  • Zijn er nieuwe aanpassingen of verbeteringen van de veiligheidsmaatregelen? Dan hoort een werkgever je hierover in te lichten.

FNV geeft daarnaast ook tips om zélf agressie en geweld te voorkomen op de werkvloer. Wij hebben ze hieronder voor je op een rijtje gezet.

  1. Jij komt op de eerste plaats: jouw eigen veiligheid en die van andere aanwezigen gaat altijd voor, wat er ook gebeurt. Ook al werk je in een omgeving, waar je met geweld en agressie te maken krijgt.
  2. Bij ernstig geweld (bijvoorbeeld bij een overval) dan kunnen de RAAK-regels helpen.
  3. Rustig: Als het je lukt, probeer dan de rust te bewaren
  4. Aanvaard bevelen: Luister naar wat de overvaller van je vraagt en volg zijn orders op.
  5. Afgeven: Geef het geld of goederen gelijk mee als de overvaller er om vraagt.
  6. Kijk: Probeer te onthouden hoe de dader eruit ziet. Dit kan later helpen om een beschrijving te maken.
  7. Roep er hulp bij: probeer altijd te werken met een collega bij je in de buurt. Als er een voorval is, moet er binnen enkele minuten professionele hulp zijn, zoals politie of
  8. ambulance.
  9. Evalueer: onderzoek achteraf samen met je leidinggevende het incident. Bijvoorbeeld schade opnemen en aangifte doen. Jouw leidinggevende kan jou vertellen wat er allemaal
  10. moet gebeuren. Bespreek ook met jouw leidinggevende of je hulp nodig hebt bij het verwerken van de gebeurtenis.
  11. Voorkomen is beter dan genezen: kijk wat er nodig is om herhaling te voorkomen, of om het anders aan te pakken. Bespreek dat ook met jouw leidinggevende en collega’s. Denk
  12. bijvoorbeeld aan een training “Omgaan met agressie”, of een alarmknop bij jouw werkplek.