ABN AMRO heeft becijferd in haar meest recente brancheprognose dat, rekening houdend met de bouwsector in Nederland, de impact van het coronavirus op de industriesector met vertraging zal worden gevoeld.

Uit de analyses blijkt dat de bouwsector zich momenteel in een overgangsperiode bevindt, waarin maanden van forse groei van het werkaanbod samengingen met maanden waarin de efficiëntie sterk terugliep. Het coronavirus is niet het enige probleem dat bijdraagt aan een aantasting van de efficiëntie van de sector. We mogen niet vergeten dat ook de stikstofproblematiek nog steeds een  negatieve rol speelt.

De stikstofcrisis is in Nederland ontstaan in 2019, toen vergunningsaanvragen werden opgeschort voor zo’n 18.000 bouw- en infrastructuurprojecten, die verband hielden met overmatige vervuiling van het milieu met stikstofverbindingen. Volgens de bouwbedrijven zouden naar schatting 27.000 banen verloren kunnen gaan (aldus van VNO-NCW en MKB Nederland).

Bovendien hebben leiden de quarantaine en beperkingen op de mogelijkheid om beroepskwalificaties te behalen (VCA, on-the-job cursussen) ertoe dat minder mensen besluiten om te gaan werken.

Sektor budowlany 2021 - budowa Amsterdam

VOORSPELLINGEN

Langetermijn-effecten – vertragingen in bedrijfsinvesteringen, stijgende werkloosheid en bezuinigingsmaatregelen van de overheid – zullen naar verwachting een grotere en meer negatieve impact hebben op de bouwsector in Nederland. Experts gaan ervan uit dat de stikstofuitstoot van de bouwsector op korte termijn niet drastisch lijkt te verminderen. Naast de coronacrisis is dit de aanleiding voor de ABN AMRO om voor 2021 de prognose naar beneden bij te stellen.

Over de gehele sector zullen de volumes naar verwachting met 3 procent afnemen, waarbij utiliteitsbouw (-4 procent), grond, civiele techniek (-2,5 procent) en huisvesting (-2 procent) de grootste uitschieters zijn. Voor sectoren die aan het begin van de bouwketen actief zijn – fabrikanten, architecten en ingenieurs – verwacht ABN AMRO een meer beperkte daling of zelfs een lichte stijging.

Redding voor de bouw

Volgend jaar komt naar schatting EUR 295 miljoen beschikbaar om de bouw van appartementen te versnellen (bron Miljoenennota 2020) . Denk hierbij aan grote woningbouwprojecten in onder meer Randstad, Zwolle, Eindhoven, Groningen en Nijmegen. Hiervan is 95 miljoen euro een eenmalige impuls en komt de komende tien jaar 100 miljoen euro per jaar beschikbaar om de stikstofuitstoot tegen te gaan. Eén van de doelen van de subsidie is het stimuleren van investeringen in duurzame materialen.

Ook komt 20 miljoen euro beschikbaar om leegstaand zakelijk vastgoed te transformeren naar woningen. Daarnaast wordt een korting van 62 miljoen euro gegeven op de verhuurderheffing om meer nieuwbouw door woningcorporaties mogelijk te maken. Ten slotte wordt voor 2 miljard euro aan overheidsprojecten naar voren gehaald om bouwers aan het werk te houden. Het betreft ongeveer 1,5 miljard euro aan projecten voor onderhoud aan wegen en spoor en bijna 500 miljoen euro voor het verduurzamen van gebouwen van het Rijksvastgoedbedrijf en Defensie. Deze investeringen zijn gericht op behoud en verbetering en ondervinden daardoor geen beperkingen van de stikstofmaatregelen.

De stemming van de bouwsector in Nederland en de werkgelegenheid

Ondernemers in de hele bouwketen zijn optimistischer over de werkgelegenheidsontwikkeling dan aan het begin van de coronacrisis.

Architectenbureaus rapporteren een gemiddelde werkvoorraad van 5,9 maanden, een stijging met bijna 2 maanden ten opzichte van de vorige meting. In totaal verwacht ongeveer 16% van de bedrijven een omzetdaling; dit was 60% in de vorige meting. In de vorige economische enquête verwachtte ongeveer één op de vijf bedrijven een daling van de werkgelegenheid, nu is dat één op de 20 bedrijven.

De werkvoorraad van ingenieursbureaus is 5,2 maanden. Ten opzichte van een half jaar geleden is dit een stijging met 0,3 maand. In totaal verwacht ongeveer 7% van deze bureaus dat de omzet zal afnemen en 10% verwacht meer personeel in dienst te nemen.

De werkvoorraad bij bouw- en infrabedrijven is 9,5 maanden. Dat is 0,1 maand minder dan zes maanden geleden. In totaal verwacht één op de twaalf bouwbedrijven een lagere omzet in het vierde kwartaal. Ongeveer 2% van de bedrijven verwacht een daling van de werkgelegenheid.

Installatiebedrijven laten zeer positieve resultaten zien. De orderportefeuille nam met ongeveer 3 maanden toe tot 10,5 maanden werk. In totaal verwacht ongeveer 10% van de installatiebedrijven dat hun omzet zal toenemen. Bijna driekwart van de installateurs verwacht dat de werkgelegenheid de komende maanden zal toenemen. Ongeveer één op de zeven bedrijven verwacht een negatieve daling van de werkgelegenheid.

De verbetering van het sentiment is deels te danken aan het protocol “Samen veilig doorwerken”, waardoor de meeste activiteiten in de bouwketen konden worden voortgezet.

Samen veilig doorwerken

Het protocol biedt werkgevers en werknemers een handreiking om thuis en onderweg veilig te blijven werken. Dit is belangrijk voor bedrijven, klanten en medewerkers, want transparantie is dé basis van veilig werken. Dit zorgt voor de continuïteit van de bouwproductie en het behoud van werkgelegenheid.

De belangrijkste aandachtspunten zijn: ga naar de bouwplaats en werk zoveel mogelijk alleen of werk in kleine vaste teams op vaste locaties, houd tenminste 1,5 meter afstand, ook bij vergaderen en eten tijdens pauzes.

Uiteraard is het, naast het volgen van de regels beschreven in het protocol, nog steeds vereist om over beroepskwalificaties (werkplek) en een geldig VCA-certificaat te beschikken.